Op avontuur door natuurrijk Ecuador
16-daagse Rondreis- Ecuador
- Natuur
- Earth
- Sportief
- Zon
- Regenwoud
- Ecolodges
- Duiken
- Eilanden
- Rondreis
- met partner
- met gezin (kinderen >12 jaar)
- +12
Ecuador is een soort Latijns-Amerika in het klein: een kleurrijk Amazonewoud, een tropische kust, imposante vulkanen en koloniale stadjes. Mijn vrouw en ik konden niet wachten om het veelzijdige Ecuador te gaan verkennen, maar niet voordat we een tussenstop in miljoenenstad Bogotá in Colombia hebben gemaakt.
We kijken vanuit ons hotel uit op het oude stadsgedeelte van onze gastvrouw, Bogotá. Zoals vaker heb ik tijd nodig om aan mijn nieuwe omgeving te wennen. Bussum en Bogotá zijn niet hetzelfde, zal ik maar zeggen. Onze remedie voor de bij iedere verre reis terugkerende cultuurshock is een privéfietstour. In een uur of drie fietsend de oude stad verkennen, met een gids. Een soort gezonde hop-on hop-off tour, maar dan ook door straatjes en langs piepkleine lokale marktjes waar geen toerist komt. Na afloop weet je welke plekken je in de komende dagen uitgebreider wilt bezoeken. En, zeker zo belangrijk, je hebt een paar uur direct contact met een local (je gids), en via hem al snel met buurtbewoners. We horen de plaatselijke meningen over de toekomst van het land, het roerige verleden, en nog veel meer.
De reis door Ecuador staat in het teken van de natuur. We beleven het Nevelwoud in het westen, de nog werkende Hacienda in het noorden, de Amazone in het oosten en daarna de hoogvlakte tussen de twee Andes-bergketens. Diverse klimaten op sterk verschillende hoogtes in drie weken tijd: dat betekent dus warme truien, regenjacks, poloshirts, muggen- en teek-geïmpregneerde lange broeken, shorts, malariapillen, zonnebrandcrème en literflessen DEET in dezelfde koffer.
Mijn eerste enge-beest-ervaring had ik op de eerste avond van ons verblijf in het regenwoud. Ik poetste met mijn elektrische tandenborstel mijn tanden, toen ik iets hoorde kraken. Ik dacht meteen aan een losgelaten vulling of afgebroken kroon. Ik pakte het afgebroken stuk met mijn duim en wijsvinger van mijn tong en voelde daar plots een heftig gekriebel. Een nog voor driekwart levende tor - dat andere kwart had ik afgebeten - kroelde wanhopig op mijn vingertoppen. Gauw buiten gezet, in het moerasje gegooid. Daarna onmiddellijk mijn toilettas leeggehaald, onderzocht en in het vervolg dagelijks afgesloten!
Onze gids in de Amazone, Delfín, leefde tot zijn zeventiende in de jungle. Jagend met blaaspijp en speer, samen met broer en vader. Hij kan vuur maken met zo'n draaiend stokje en demonstreert hoe je met een blaaspijp en in gif gedoopte pijltjes op jacht gaat. Hij kent alle dieren en planten, ziet, hoort en rúíkt waar welke luiaard, vogel of aap in de boomkruinen zit, toont de camouflagetechnieken van diverse dieren en weet of die rimpeling op het water in de kreek een vallend blad was, of een kaaiman, of een reuzenotter of een duikende vogel. Hij houdt niet op het voor ons Hollandse kinkels complexe regenwoud te duiden. Hij wijst op het belang van duurzaamheid en het toerisme in de regio. Hij vertelt ons over de bedreigingen en legt uit hoe snel het fout kan gaan met de habitat van hem en van zijn community. Hij houdt zó veel van de jungle dat hij er voor koos om, zoals hij zelf zei, ‘na een jeugd van zeventien jaar in de jungle een vak te kiezen waarmee hij ook de rest van zijn leven door de jungle mag lopen’.
Tegen het einde van de reis leven we al bijna drie weken (minus vier dagen regenwoud) op een kleine drieduizend meter boven zeeniveau. Daar merk je, na een dagje acclimatiseren, niet zo veel van. Een van de grootste uitdagingen was de driehonderd meter afdaling van de rand van de Quilotoa vulkaankrater (4000 meter) naar het kratermeer, steil naar beneden. En daarna helaas weer omhoog. Mijn vrouw koos daarbij, snugger als ze is, voor de veilige optie ‘paardenrug’ en kwam tegen betaling van een paar dollars als een koningin in veertig minuten boven. Ik moest en zou natuurlijk weer zelf klimmen, 'want dat red ik nog best'. Nou, in één woord: gebroken! Na een uur voelde ik me een uitgewrongen vaatdoek. Kapot. Dus als je ooit in de buurt van Quilotoa komt: wél soepel naar beneden lopen, maar nóóit zelf terug willen klauteren.
Na een hoogstnoodzakelijke goede nacht slapen reden we tot 4300 meter de hoogste actieve vulkaan ter wereld op, de Cotopaxi (5897 meter). Daarvandaan zwoegden we in ruim een uur de laatste 550 meter op, en liepen we steil omhoog door lava- en puimsteenzand naar een berghut, waar de warme chocolademelk op ons stond te wachten. Geen verschrikkelijke afstand, maar bij gebrek aan voldoende zuurstof en een overmaat aan stijgingspercentage, sta je al na vijftien meter als een plaat beton geblokkeerd omdat je geen adem meer krijgt. We konden een minuutje uithijgen in de berghut en toen gingen we maar weer, want omkeren was geen optie. De gids was al zo'n beetje boven. De lichte sneeuwbui, overgaand in hagel, hielp niet echt. Mijn vrouw en ik steunden elkaar en zwoegden ons een weg naar boven, dus we hebben het gehaald. Waar 36 jaar huwelijk dan toch al niet goed voor is!
Nooit zagen we een land met zo'n afwisselende flora en fauna, temperaturen, hoogvlaktes en vulkanen, griezelige beesten (op afstand en een enkele keer op m’n elektrische tandenborstel) en onwijs hartelijke, nee, líeve bewoners. Nergens ook maar enige dreiging van criminaliteit. Met heerlijk, bijzonder eten en fantastisch fruit. Hoe vaak zeiden we niet tegen elkaar: ‘hier zouden we wel willen wonen’? Buiten de gebaande paden ontdekten we de mooiste plekken van Ecuador.