Frans en Spaans Baskenland

Ochtendvlucht per rechtstreekse KLM-lijndienst van Amsterdam naar Bordeaux. Onderweg naar onze standplaats Biarritz bezoeken we Bayonne, de ondernemende hoofdstad van Frans-Baskenland, voor een bezoek aan het Baskisch Museum. Aan de hand van zo’n tweeduizend voorwerpen krijgen we een eerste inkijkje in het leven en de tradities van de Basken. Hierna maken we een stadswandeling door het historische hart van Bayonne, langs de vestingwerken, de kathedraal en de kleurige vakwerkhuizen. Aan het einde van de middag installeren wij ons in het eersteklas, goed gelegen Hôtel Windsor Biarritz.

De badplaats Biarritz werd halverwege de 19e eeuw beroemd toen Napoleon III het dorpje uitkoos als ‘buitenverblijf’, omdat zijn Spaanse vrouw Eugénie de Montijo er zo gek op was. De twee hoge gasten namen in hun kielzog zo’n beetje de hele Europese adel mee. We maken een wandeling langs het Hôtel du Palais, destijds als Villa Eugénie gebouwd door Napoleon III, op het mooiste plekje met uitzicht op zee. Voorts wandelen we naar de Rocher de la Vierge over de stevige, stalen brug van Gustave Eiffel. In de middag doen we wat al heel veel groten der aarde hier gedaan hebben: flaneren. Op de fraaie boulevard treden we in de voetsporen van koning Edward VII, Ravel, Stravinksy, Hemingway, Sarah Bernardt, maar ook Frank Sinatra en Rita Hayworth.

We maken een ronde door de Labourd, het gebied ten zuidoosten van Biarritz. Onze eerste stop is Cambo-les-Bains, een chic Frans kuuroord met helend bronwater en een ideaal klimaat voor patiënten met longaandoeningen. We brengen een bezoek aan de Villa Arnaga, alwaar Edmond Rostand een groot deel van ‘zijn’ Cyrano de Bergerac heeft geschreven. Als longpatiënt bovendien, ook hij leed aan pleuritis. Eenmaal in Cambo was hij snel weer genezen. Hierna rijden we door naar het dorp Espelette. De gevels zien er na de zomer spectaculair uit. Er hangen dan duizenden rode pepers aan de huizen te drogen. Espelette is zeer toeristisch, maar ook zeer de moeite waard. Bovendien is er veel interessants te ontdekken over de geschiedenis en de helende krachten van de Spaanse peper. Na een vrije lunch in Espelette rijden we door naar het oer-Baskische dorp Ainhoa. Wat hier, en overigens tijdens de gehele route opvalt, zijn de wit-roodbruin geverfde huizen. Vroeger gebruikten ze runderbloed als verf, wat bekend stond om zijn insecten werende werking.

We staan op tijd op om een bezoek te kunnen brengen aan het Spaanse deel van Baskenland. De afgelopen decennia is Bilbao - de hoofdstad van Spaans-Baskenland - omgetoverd van een grauwe industriestad tot een centrum van kunst, dynamiek en creativiteit. We brengen onder andere een bezoek aan het spectaculaire Guggenheim Museum, ontworpen door Frank Gehry. In de middag rijden we via de eind 19e-eeuwse zweefbrug over de Nervión ontworpen door een leerling van Gustave Eiffel, terug naar Frankrijk. Halverwege pakken we - bij mooi weer – nog even een terrasje in de Conchabaai van San Sebastian.

Via Saint-Jean-de-Luz rijden we langs de ruige, rotsachtige kust naar Hendaye. Architect Viollet-le-Duc bouwde daar, voor de veelzijdige wetenschapper en taalvirtuoos Antoine Abbadie, tussen 1864 en 1884 het Château-Observatoire Abbadia, een wonderbaarlijk fantasiekasteel. In het ontwerp werd zo’n beetje alles ‘vertaald’ waar Abbadia van droomde, over nadacht of zijn hart aan had verloren. Van het leven in Ethiopië tot de Islam, van een sterrenwacht tot een bomvolle bibliotheek. We bezoeken het kasteel onder leiding van een gids. Na de lunchpauze rijden we naar de villa’s en lange lanen met platanen van Sare, een van de mooiste dorpjes van Frankrijk. Het dorp werd door de schrijver Pierre Loti in zijn roman Ramuntcho onder de naam Etchézar bezongen als het ultieme pelote-spelende Baskische dorpje. We sluiten de dag af met een treinreis naar La Rhune. Vanaf hier hebben we een weids uitzicht over Frans en Spaans Baskenland én over de Atlantische Oceaan. Afscheidsdiner op een mooie locatie.