Biënnale in de Woestijn

In de middag vertrek per rechtstreekse vlucht naar Djedda, bruisend handelscentrum en smeltkroes van volkeren, aan de Rode Zee.

Eerst de binnenstad van Al Balad, gesticht in de 7e eeuw en een van de mooiste van het Midden-Oosten, op de Werelderfgoedlijst, met Ottomaanse huizen van koraalsteen en antieke moskeeën. Daarna Al Rahma, de 'drijvende' moskee. Na de lunch Het monumentale Al Tayebat Museum, in traditionele Hijazi-stijl, bezit een grote, eclectische verzameling etnografische voorwerpen die 2500 jaar stadsgeschiedenis weerspiegelen. Wandeling langs de Corniche - de waterkant, met sculpturen van Joan Miró, Henry Moore, Baldaccini, Julio Lafuente, Maha Malluh en Victor Vasarely, geplaatst door een ambitieuze burgemeester in 1972. Overnachting in Djedda.

De hele dag in het teken van de Djedda Biënnale, die gehouden wordt in het indrukwekkend getransformeerde gebouw van de oude luchthaven die normaliter voor de Mekka-pelgrimage gebruikt wordt. Te zien zijn historische artefacten naast hedendaagse kunst en installaties op een totale oppervlakte van 110.000 vierkante meter, waarvan 12.000 vierkante meter als speciale tentoonstellingsruimte.

Per hogesnelheidstrein naar Medina, de tweede heilige stad, waar Mohammed de moslimgemeenschap vestigde na zijn vlucht uit Mekka in 622 en zijn lichaam werd begraven. Pelgrims maken deze reis elk jaar. Niet-moslims mogen de moskeeën niet betreden, maar kunnen nu een deel van het 'Haram'-gebied bezoeken waar zich de belangrijkste bedevaartsoorden bevinden. Sightseeing omvat bezichtiging van de Qiblatain-moskee, van het slagveld van Jabal Uhud en dat van de slag om Badr, die het begin van de zesjarige oorlog tussen Mohammed en zijn stam uit Mekka markeerde. In het beroemde Ottomaanse treinstation uit 1908 kan het Medina Museum worden bezocht.  Een hoogtepunt van de bezichtiging is de lunch met uitzicht op de enorme Masjid al-Nawabi (de moskee van de profeet, die hij zelf zou hebben helpen bouwen), met de graven van de profeet, zijn dochter Fatima en de eerste kalief Aboe Bakr.

Per bus naar Al’Ula, waar de twee oude koninkrijken Dedan en Lihyan ontstonden, die achtereenvolgens regeerden over het noordwesten van het Arabische schiereiland vóór de Nabateeërs. In de middag een bezichtiging van de necropolis in Dedan, bekend om koningsgraven met uitgehouwen leeuwen.  Vervolgens de beroemde Olifantenrots – resultaat van wind- en watererosie, een van de vele geologische wonderen van Al’Ula.