Het beste van Yucatan
12-daagse Rondreis- Mexico
- Natuur
- Earth
- Zon
- Regenwoud
- Ecolodges
- Strand
- Rondreis
- met partner
- vrienden
- met gezin (kinderen <12 jaar)
- +11
André en Helen Kuipers reisden met hun kinderen Stijn en Sterre naar Yucatán, een bestemming die lange tijd op Helen’s wensenlijst stond nadat zij als reisjournalist het schiereiland enkele keren voor haar werk had bezocht. Met hun huurauto maakte het gezin een onvergetelijke rondreis langs oude Mayaruïnes, cenotes en verrassende kustgebieden.
"Na een ontbijt met roerei en verse tortilla’s, met uitzicht op het azuurblauwe water van de Caribische Zee, rijden we van Tulum een halfuurtje noordwaarts naar Dos Ojos, één van de meest bekende cenotes van Tulum. De omgeving van Tulum telt ruim tweehonderd van deze openluchtgrotten gevuld met kraakhelder water. Voor de Maya’s waren dit heilige plaatsen die toegang boden tot de onderwereld. Nu kun je er vaak zwemmen, snorkelen of duiken. Sommige cenotes zijn tientallen meters diep, een vooruitzicht dat mijn enthousiasme – ik heb dieptevrees – een beetje dempte. Maar ik kon deze buitenkans om een paar prachtige duiken te maken, niet laten lopen. Onder begeleiding van een enthousiaste divemaster duiken we door een grot en zweven we langs stalagmieten en stalagtieten. Ronduit verbluffend is El Pit. Een spectaculaire cenote met halocline, een troebele laag tussen zoet en zout water op 15 meter diepte. Nog iets dieper, op 30 meter, wacht een spookachtige, melkwitte wolk van waterstofsulfide waar dode takken uitsteken. Het is een griezelig aantrekkelijke plek en El Pit staat nu met stip op nummer 1 van onze lijst met meest mooie duiken.
Wie de voorkeur geeft aan één uitvalsbasis, zit in het levendige Tulum prima. Hoog boven een van de vele stranden liggen de ruïnes van een oude Maya-havenstad. Het biedt een unieke combinatie van ‘s ochtends de geschiedenis van Tulum verkennen en dan naar het strand voor een verfrissende duik in de zee. Het is in de vroege ochtend nog vrijwel stil op het strand, ondanks dat dit ooit zo slaperige dorpje de afgelopen jaren moeite heeft gehad om de uitdagingen van het groeiende toerisme het hoofd te bieden. In de jaren 60 verwierf Tulum reputatie als een afgelegen paradijs met prachtige, parelwitte stranden aan een turquoise zee, populair bij backpackers en mensen die op zoek waren naar avontuur buiten de gebaande paden. Dat veranderde met de komst van grotere resorts van Cancún, die begin jaren 1970 werden opgericht om de economische groei in de regio te stimuleren. Sindsdien heeft de zogenaamde Rivièra Maya zich zuidwaarts uitgebreid via Playa del Carmen naar Tulum. Het was een voor de hand liggende, maar ook een kortzichtige manier om inkomsten te genereren op het schiereiland waar tot ver in de 20e eeuw rubber- en agaveplantages de motoren van de regionale economie waren. Maar door de ineenstorting van beide bedrijfstakken bleef er een aanzienlijke beroepsbevolking achter met weinig kansen dicht bij huis. Toerisme loste in de afgelopen decennia gelukkig een groot deel van dat probleem op en ook vandaag de dag gaat die ontwikkeling door: er wordt volop ontwikkeld en veel bouwplaatsen gaan schuil achter billboards met veelbelovende artist impressions van schitterende hotels die daar binnen afzienbare tijd de deuren zullen openen. Langs de kustweg rijgen hippe hotels, gezellige cafeetjes, trendy boutiques en uitstekende restaurants zich aaneen. Veel historische stadjes zijn vanuit Tulum gemakkelijk te bezoeken, zoals de mooie stad Valladolid, ongeveer 90 kilometer landinwaarts. ‘s Avonds, wanneer de dikke hitte van het schiereiland afneemt, vullen de straten rond het centrale plein zich met kraampjes waar marquesitas worden verkocht, knapperig crêpebeslag gevuld met Nutella en kaas.
Wie, net als wij, liever het schiereiland rondreist om méér te kunnen zien, is het charmante Mérida een absolute must. Iedereen met een voorliefde voor de Spaans koloniale architectuur doet er goed aan om er enkele dagen door te brengen en de hoofdstad van Yucatán te verkennen. Ervan uitgaande dat je in Centro verblijft – wat je ook zou moeten doen – drink je koffie op de Plaza Grande met haar prachtige Catedral de San Ildefonso, een van de oudste kerken in Amerika die dateert uit 1598. Bezoek ook vooral het Museo de Antropología e Historia in het Palacio Cantón, dat ongeveer is hoe het klinkt: een doordachte en wisselende verzameling tentoonstellingen over regionale inheemse culturen, gevestigd in een van de meest extravagant versierde koloniale huizen van Mérida. Maak ook wat tijd vrij om over de Paseo de Montejo te dwalen, een brede laan met aan weerszijden de meest welvarende huizen van Mérida, het stadsequivalent van de Champs Élysées.
Mérida is een uitstekende uitvalsbasis voor een bezoek aan een reeks opmerkelijke Mayaruïnes, zoals Zona Arqueologica de Uxmal, Xcambó en Dzibilchaltún. Maar hoe mooi deze ook zijn, misschien wel de meest spectaculaire Mayaruïne ligt verborgen in Calakmul. Veel reizigers slaan deze oude Mayastad in het zuiden van Yucatán over, en dat is te begrijpen: je moet er een lange rit voor over hebben, want Calakmul ligt diep verscholen in het oerwoud. Maar juist dat maakt deze plek zo bijzonder! Naar schatting woonden hier in de hoogtijdagen het onvoorstelbare aantal van 200.000 inwoners, voordat de stad ruim duizend jaar geleden in verval raakte en overwoekerd werd door de jungle. Pas in 1931 werd de stad herontdekt. In het wereldberoemde Chitzén Itzá is de piramide niet langer te beklimmen, in tegenstelling tot de bouwwerken van Calakmul. Hoewel geen aanrader voor mensen met hoogtevrees – de trappen zijn heel steil! - is het een geweldige belevenis om de 45 meter hoge piramide te beklimmen, het op één na hoogste gebouw van de Klassieke Maya’s – met een adembenemend uitzicht over de omringende jungle.
Een absolute must is Bacalar, een 50 kilometer lange lagune vlak bij de Mexicaanse grens met Belize. De melkblauwe ondiepten bij Bacalar lijken op de Caribische Zee, maar zijn in werkelijkheid een zoetwatermeer in het binnenland. Het is een kwetsbaar ecosysteem dat bestaat uit een miljoen jaar oude sponsachtige micro-organismen. Bacalar, met zijn vele tinten aquamarijn, wordt omringd door mangroven en dichte jungle. Bacalar is wat Tulum ooit was: een betoverde plek. Om het kwetsbare gebied te beschermen, wordt er gebouwd met weinig impact op de natuur en is het aantal toegestane hotelkamers per vierkante meter beperkt. Grote bebouwingen aan de kustlijn zijn verboden en het gebruik van boten is sterk gelimiteerd. Een opvallend hotel is Habitas. Als onderdeel van zijn natuurbeschermingsstrategie werkt dit designhotel samen met een lokale NGO om het monitoren van de lagune te ondersteunen. Met de lokale Ejido NohBec-gemeenschap en One Tree Planted is een lokaal herbebossingsprogramma opgezet. De discrete Habitas-ingang aan de kant van een afgelegen weg geeft het gevoel dat je een groots geheim ontdekt – want terwijl je je een weg baant door de weelderige jungle naar de openluchtreceptie, valt er niet aan te ontkomen: dit is het paradijs...”