Kunstcollecties in de Beierse hoofdstad en omgeving
5-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- Duitsland
- Cultuur
- Kunst
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +4
We vallen meteen met de deur in huis: wanneer is Beethoven eigenlijk geboren? Want niet alleen het gerucht dat Beethoven in Zutphen geboren zou zijn, doet de ronde, er zijn ook twee geboortedata in omloop. Een, en dat is die wij dit jaar hanteren, want anders hadden we nu geen geboortejaar, is in december 1770.
Wat we zeker weten is dat hij op 17 december in de Pfarrkirche St. Remigius te Bonn is gedoopt. Daarom wordt er ook dikwijls expliciet gesteld: “Ludwig van Beethoven is in december 1770 geboren”, alsof men de vingers niet wil branden aan een verkeerde geboortedatum! Als meest plausibele datum wordt meestal 16 december gehanteerd. Zelf heeft hij overigens altijd volgehouden dat hij helemaal niet in december 1770 is geboren en dat de getuigenis van zijn doop niet over hem gaat, maar over zijn broer Ludwig Maria (deze Ludwig heeft slechts enkele dagen geleefd, waardoor de naam Ludwig als het ware ‘vacant’ kwam). Zelf zag hij, naar eigen zeggen, pas in december 1772 het levenslicht. Later, in het zogenaamde ‘Heiligenstädter Testament’ doet hij er toch weer een paar jaartjes van af en schat zichzelf (of doet zich zo voor) drie tot vijf jaar jonger.
Waarom zou hij dat hebben gedaan? Zijn ouders moeten heel goed geweten hebben welk kind er op die bewuste 16 december geboren werd. Welnu, een mogelijkheid is denk ik de truc, die ook vader Mozart bij zijn zoon Wolfgang uitvoerde. Mozart bleef jarenlang een ‘wonderkind’, terwijl hij allang het echte kindertijdperk voorbij was. Maar dit lag natuurlijk lekker in de verkoop. Ook Beethoven zal gedacht hebben: hoe jonger ik ben, des te specialer zijn mijn gaven! En dat waren er nogal wat.
Evenals de vader van Mozart, stuurde ook vader Johann Beethoven zijn zoon niet naar school, maar zette hem al vroeg achter het klavier. Omdat het toetsenbord voor een kleine jongen natuurlijk te hoog was, moest Ludwig op een bankje staan om zijn eerste ervaringen met het instrument, dat hem onsterfelijke roem zou brengen, op te doen. Nog een andere overeenkomstigheid met Mozart was dat Beethoven zich ook diende te bekwamen op de viool en zelfs op het orgel. Dat het met de viool niet zo wilde vlotten, vertelt de volgende overlevering. Het hoeft ons niet te verbazen dat de kleine Ludwig toen al een eigenwijs kind was en zich weinig van God en gebod aantrok. In plaats van vlijtig viool te studeren, kwam er weinig van terecht. Zijn vader verafschuwde dit met de niet mis te verstane woorden: “Was kratzt du dummes zeug durcheinander”, ofwel “Gooi het maar in mijn pet” of iets schappelijker: “Hij weet goed te improviseren”. Als zijn vader destijds geweten had dat er later nog zo’n wonderschoon vioolconcert zou ontstaan, wat eigenlijk nog steeds nummer één staat op de vioolhitlijsten, zou hij dat zeer waarschijnlijk weggehoond hebben. Dat Beethoven er ook een pianoversie van maakte (overigens op verzoek van de pianist Muzio Clementi, bij velen van u herinneringen oproepend aan piano oefeningen) is dus niet zo verwonderlijk. Bij zijn zo geliefde piano voelde hij zich als een vis in het water en zat hij in zijn spreekwoordelijke ‘bubbel’!
Onze thematische cultuurreizen worden verrijkt door deskundige specialisten uit het vak die graag hun expertise en kennis met u delen.