India - Tussen maharadja en Mahatma
10-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- India
- Cultuur
- Architectuur
- Geschiedenis
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +5
Het klinkt als een onmogelijke opgave: het beschermen van grote gebieden in India, die vitaal zijn voor het voortbestaan van haar meest beroemde dierlijke inwoner – de Bengaalse tijger. Want hoe bescherm je natuurgebieden in een land waar de bevolkingsaantallen richting de 1,4 miljard gaan? Hoe bescherm je bossen in streken waar de mensen nog altijd koken op houtovens en continu op zoek zijn naar noodzakelijke landbouwgrond? En dit terwijl de tijger een groot leefgebied nodig heeft om in haar voedselbehoefte te voorzien. Met vallen en opstaan zoekt India haar weg in de wereld van natuurbescherming. Deze week werd een succes gevierd: het aantal tijgers in India is in twaalf jaar bijna verdubbeld: er leven nu iets minder dan drieduizend tijgers in het land. Kunnen we nu op onze lauweren rusten? Zeker niet! Successen moeten worden gevierd, maar risico’s zijn er nog volop.
Een stukje geschiedenis
Het was april 1973 toen toenmalig Minister Indira Gandhi het Project Tiger oprichtte en wijlen Kailash Sankhala aan het hoofd kwam te staan. Sankhala was toen al decennialang begaan met de Indiase natuur – als manager van de natuurparken Sariska, Bharatpur en Ranthambore, als directeur van de Delhi Zoo, maar ook door intensief onderzoek in het veld. We spreken over de jaren ’50 en ’60, toen de jacht op tijgers nog toegestaan was en de populatie van deze prachtige diersoort op alarmerende wijze kelderde. Na veel lobbyen, ruziën (hij ontving doodsbedreigingen van tegenstanders) en touwtrekken met het nationaal bureau voor toerisme (de motor achter de jacht voor het plezier) kreeg Sankhala eindelijk loon naar werk en werd natuurbescherming in India voor het eerst echt serieus op de kaart gezet.
Er werden een aantal gebieden in India aangewezen als tiger reserves. Het belangrijkste doel van deze reservaten was (en is) de bescherming van het leefgebied van de tijgers. Het waren daarbij niet alleen tijgers die hiervan profiteerden; ook ander wild dat in de bossen leeft vaarde er wel bij. De Indiase overheid pakte het rigoureus aan. In gebieden die officieel werden bestempeld als tiger reserve, werden complete dorpen verplaatst tot buiten de parkgrenzen. Dit leverde in het begin een bijzonder ongemakkelijke verstandhouding op bij de plaatselijke bevolking, die jacht- en landbouwgrond verloor.
Het was dan ook vermoedelijk deze plaatselijke bevolking die (buitenlandse) stropers bijstond in het verdere verval van aantallen tijgers. Nadat er in het begin successen waren geboekt, verdween in parken als Sariska en Panna in korte tijd de gehele populatie aan tijgers. In 2006 werd het absoluut dieptepunt bereikt, toen er na landelijke telling nog een geschat aantal van slechts 1.411 Bengaalse tijgers over waren in India.
Nieuwe mindset
Sindsdien zijn er nieuwe stappen gezet. Langzaam maar zeker wordt de natuurbescherming in India vanuit een meer duurzaam oogpunt bekeken. Een bewonderenswaardig grootschalig en intensief onderzoek werd gestart om in kaart te brengen waar exact de leefgebieden van de tijgers zich bevonden. De cijfers zijn indrukwekkend: het onderzoek omvatte 381.400 km² aan bosrijk habitat in 20 staten waar tijgers voorkomen. In totaal 522.996 kilometer werd te voet afgelegd, op zoek naar tekens van roofdieren en vaststellen van aantallen prooidieren. In 317.958 gebieden werden monsters genomen van uitwerpselen en vegetatie, en werd de plaatselijke invloed van de mens onderzocht. 26.838 cameravallen werden geplaatst, die 34.858.623 foto’s produceerden, waarvan 76.651 van tijgers en 51.777 van luipaarden. 593.882 mandagen werden geïnvesteerd. Waarschijnlijk ’s werelds grootste wildonderzoek ooit! (Bron: Summary report, Status of Tigers in India – 2018, National Tiger Conservation Authority, Government of India)
Ook wordt meer dan vroeger gekeken naar de connectie die lokale gemeenschappen hebben met het wildleven en haar leefgebieden. Boswachters worden getraind, lokale jeugd onderwezen en de plaatselijke bevolking, die voorheen uit de parken zijn verhuisd, worden ondersteund bij zaken als gezondheidszorg en banen. Dit heeft gezorgd voor het succes van de toename van tijgers.
Bedreigingen
Bedreigingen voor het voortbestaan van de Bengaalse tijger zijn er helaas nog steeds volop. Nog altijd worden tijgers gestroopt om hun vacht, en om de vermeende medicinale werking van hun botten en staartdelen. Nog altijd worden bossen gekapt en wegen aangelegd die de leefgebieden in snel tempo blijven verkleinen. Organisaties zoals de Tiger Trust, opgericht door Kailash Sankhala en nu beheerd door zijn kleinzoon Amit, zijn voor een groot deel afhankelijk van giften uit landen als de Verenigde Staten. Deze giften zijn onder het huidige regime van president Trump vrijwel opgedroogd.
Successen worden wél gevierd in de nationale parken, want hier blijkt de populatie aan tijgers weer flink in de lift te zitten. Dit heeft echter als resultaat dat de rivaliteit onder tijgers groter wordt, wat leidt tot meer conflict met vaak dodelijk gevolg. Ook ontstaat er een tekort aan voedsel waardoor de tijgers op zoek gaan naar gemakkelijke prooi (lees: koeien en geiten) buiten de parken. Dit leidt weer tot groeiende aantallen mens-dierconflicten. Daarnaast leidt versnippering van leefgebieden tot verzwakking van de populatie, want er kan niet meer gepaard worden met soortgenoten uit andere populaties met andere genetische eigenschappen.
Corridors
Een belangrijk succes zou daarom kunnen worden geboekt in het instellen en beschermen van corridors. De corridors moeten ervoor zorgen dat het wild op een veilige manier kan migreren tussen de Nationale Parken en tijgerreservaten. Kleinere reservaten, niet aangemerkt als tijgerreservaat maar wel met een beschermde status, zouden de link kunnen vormen om enorme gebieden met elkaar in verbinding te brengen. Projecten zoals dat van de Wildlife Conservation Trust worden van vitaal belang voor de toekomst. (Her)bebossing zal in deze regio’s een sleutelrol moeten gaan spelen, evenals een gerichte aanpak op bevolkingsspreiding. Er is nog een berg werk te verzetten!
Travel Operators for Tigers
Ook de toeristenbranche draagt voor een belangrijk deel mee aan het behoud van de leefgebieden van de tijgers! Travel Operators for Tigers (TOFT) – waar Thika Travel zich als eerste Nederlandse touroperator bij aansloot – zorgt ervoor dat geld uit toeristenstromen terecht komt bij het behoud van de natuur. Julian Matteuws, oprichter van TOFT, voert nog altijd stevige gesprekken met lokale overheden en natuurparkautoriteiten. Deze zijn namelijk nog altijd niet overtuigd van het nut van de aanwezigheid van toeristen in nationale parken. Maar zijn uitleg is simpel. Als je het totaalbedrag optelt, dat wordt uitgegeven aan tijgersafaris in India, en je zet dat af tegen het aantal tijgers dat hier leeft, dan kom je tot de simpele conclusie dat een levende tijger vele malen meer opbrengt dan een dode! Maakt u met ons een safarireis naar India? Dan doneren we namens u rechtstreeks aan dit goede doel.
Ook proberen wij bij Thika Travel ons steentje bij te dragen door het organiseren van safari’s in de zogenaamde “corridor-parken”. Verblijft u bijvoorbeeld in Kanha National Park, dat als één van de beste parken geldt om tijgers in het wild te kunnen zien? Dan organiseren we aansluitend een safari voor u in Phen Wildlife Sanctuary. Goed, de kans dat u hier tijgers te zien krijgt is kleiner. Phen is echter een fantastisch park en u kunt hier juist wél weer andere mooie diersoorten tegenkomen, zoals de luipaard en de lippenbeer. Bovendien bent u als één van de weinigen in het park aanwezig. U draagt bij aan het definitief ontwikkelen en in stand houden van corridors tussen van elkaar gescheiden leefgebieden van tijgers, die daarmee meer kans hebben zich gezond en wel voort te planten. Wilt u meer weten over TOFT, over het project van Penh Wildlife Sanctuary, of over het onderzoek naar tijgerpopulaties dat is uitgevoerd door de Indiase overheid? Neem dan gerust contact met ons op!