Ontspannen Bali & Lombok
15-daagse Rondreis- Indonesië
- Zon
- Strand
- Eilanden
- Overwinteren
- Rondreis
- met partner
- vrienden
- met gezin (kinderen <12 jaar)
- +9
André Kuipers vloog als enige Nederlander twee keer naar de ruimte. Maar zelfs na 204 dagen zwevend leven, heeft hij van het heelal nog geen genoeg. Daarom reisde de astronaut met een ‘eclipsreis’ naar Indonesië. Op zoek naar opnieuw een ‘kosmische ervaring’.
Een zilveren gloed valt over het dorpje Kotapulu in Sulawesi, waar vierhonderd mensen op een voetbalveld naar de hemel turen met telescopen en verrekijkers, provisorisch beplakt met aluminiumfolie om de ogen te beschermen tegen het licht van de zon. Van tropisch warm wordt het binnen een minuut winters koel. Stilte. Gezichten vol spanning en verlangen. Zouden de wolken lang genoeg boven de bergen blijven hangen, zoals meteoroloog Jay Anderson had voorspeld?
Negen jaar geleden deed Anderson de eerste berekeningen en elk jaar had hij zijn voorspelling verder aangescherpt, totdat hij hier, vijftien kilometer ten zuiden van de hoofdstad Palu, de perfecte locatie vond. In de vallei van Kotapulu is de passatwind uit het oosten voorspelbaar. ’s Ochtends warmt het snel op, daalt de luchtvochtigheid en verdwijnen de wolken als vanzelf. Waarom dan toch die wolken? ‘Grote trends kun je voorspellen, maar lokaal wijkt het weer soms sterk af’, zegt Anderson. ‘Dat is niet erg. De spanning of het wel goedkomt, of je de totale eclips te zien krijgt, voegt iets toe. De dreiging draagt bij aan het dramatisch effect.’
Hoe grillig de elementen soms zijn, weet André uit ervaring. Tijdens zijn tweede eclipsreis (China, 2009) zat tussen hem en het heelal een dikke witte wolkendeken. Ja, het werd donker. Ja, het werd kouder en alle dieren werden stil. Maar het meest sublieme moment – het kosmische schouwspel vierhonderdduizend kilometer verderop in de ruimte, waarbij de maan exact voor de zon schuift en de miljoenen kilometers grote corona zichtbaar wordt – ging aan zijn gretige blik voorbij.
Onheilspellende schaduw
Voor André is dit de vijfde reis naar de locatie van een totale zonsverduistering. Maar net als bij sommige andere liefhebberijen in het leven had de eerste keer iets speciaals: ‘In 1999 reed ik met vrienden naar Frankrijk. Een fles port, muziekje erbij en dan totaal ontspannen de eclips ervaren, dat was het plan. Maar het liep anders. We moesten jagen op een gat tussen de wolken om überhaupt iets van de zonsverduistering te kunnen zien. Uiteindelijk zijn we in de buurt van Verdun een heuvel op gerend, waar we prachtig uitzicht hadden over het dal en waar de zon net op tijd door de wolken brak.’
Zeven jaar later reisden André en zijn vlieginstructeur Frans Nobels naar een verduistering mét zongarantie: in de woestijn van Libië, tegen de grens met Tsjaad. Zes jeeps trokken onder militaire begeleiding een kilometerslange stofwolk naar het zuiden, ’s nachts sliep het gezelschap bedoeïnenstijl in tentjes onder de sterrenhemel. Het was een slijtageslag voor zijn lichaam, vertelt de nu 86-jarige Nobels, die ook in Indonesië is. Van de Libische eclips herinnert hij zich vooral de extreme stilte en de onheilspellende schaduw die vanuit het zuidwesten steeds dichterbij kwam. ‘Toen de zon totaal verduisterd was, zagen we sterren en planeten. Recht naar boven was het nacht, maar overal om ons heen leek de zon op te komen.’
Totaliteit
Het gevoel dat een totale zonsverduistering losmaakt is niet in woorden te vatten. Eén ding is zeker, zeggen ervaren eclipsgangers die er soms wel twintig of dertig hebben gezien: een totale eclips heeft niets te maken met een gedeeltelijke verduistering, zoals die van 20 maart 2015 in Nederland. Al bedekt de maan 99 procent van de zon, dan heb je nog steeds maar één procent van de échte ervaring te pakken. Daarom reizen mensen de halve wereld over met speciale eclipsreizen – op zoek naar ‘totaliteit’.
Deze eclipsreis gaat eerst een paar dagen door Bali. Naar de tempels van Ulun Danu Bratan en het ambachtsdorpje Ubud, de rijstvelden van Jatiluwih en een koffieplantage voor Kopi Loewak, volgens liefhebbers de lekkerste koffie ter wereld, omdat civetkatten de bessen opeten en weer uitpoepen voordat van de bonen koffie wordt gemaakt. De zonsverduistering valt dit jaar samen met Nyepi, het Balinese nieuwjaar. Hindoeïstische regels schrijven voor dat alle openbare voorzieningen dicht zijn op Nyepi, dat de bussen niet rijden en iedereen – ook toeristen – binnen moet blijven. Daarom gaat de reis verder naar het Islamitische en veel minder toeristische Sulawesi. ‘Zo kom je op plekken waar je niet snel met vakantie zou gaan’, zegt André. ‘Dat maakt een eclipsreis al snel een avontuur.’
Sulawesi lijdt aan eclipskoorts. Overal hangen posters en spandoeken waarop de overheid gasten van harte welkom heet. De lokale VVV ziet in de zonsverduistering een gouden kans om het eiland op de kaart te zetten, nooit eerder ontving het eiland zoveel mensen tegelijk. Honderden politieagenten en militairen zijn opgetrommeld om drieduizend voornamelijk Amerikaanse toeristen op te vangen – de bomaanslagen op Bali van 2002 zijn ze nog niet vergeten. Maar als de eerste eclipsgangers op het vliegveld van de roltrap komen, vergeten de militairen spontaan dat ze de veiligheid moeten borgen en kruipen ze in de rol van fans die voor het eerst hun grote idool ontmoeten. Handen schudden, samen selfies maken, eindeloos veel selfies maken.
Op verzoek van de reisorganisatie hield André aan de vooravond van de eclips een lezing voor de Nederlanders in het gezelschap. Of eigenlijk een college. Over de ontstaansgeschiedenis van de zon, de fysica van een zonsverduistering en het bijgeloof van klassieke beschavingen. De Maya’s dachten vroeger dat een slang de zon geleidelijk opat en weer uitspuugde. En op Bali geloven sommige dorpelingen nog altijd dat een eclips het werk van de duivel is. Wanneer de maan helemaal voor de zon staat, maken ze met potten, pannen en alles wat maar klettert zoveel mogelijk herrie om de kwade geesten te verdrijven. Hier op Sulawesi is het stil. Een speciaal gebed wordt opgezegd, omdat Ibrahim, de zoon van de profeet Mohammed, tijdens de gedeeltelijke zonsverduistering van 632 als peuter overleed.
Diamanten ring
Op het voetbalveld van Kotapulu is van de historie en lokale gebruiken niets te merken. Het grasveld is een enclave, afgezet voor de toeristen en hoogwaardigheidsbekleders die op de voet worden gevolgd door een cameraploeg van CNN. Als ze in de gaten krijgen dat er ook een astronaut is, verzoekt de vicepresident van Indonesië, Jusuf Kalla, om een praatje. Echte ruimtevaartliefhebbers – grote telescopen, T-shirts van NASA – vragen André om een foto of handtekening. Maar een hausse aan aandacht, zoals in Nederland, of een paar dagen geleden bij de tempels van Tanah Lot, blijft uit. Hier zijn het vooral zijn dochters – de een rood haar, de ander blond, maar beiden lang en met de bekende Kuipers-kuiltjes in de wangen – die door de lokale bevolking voortdurend worden aangesproken of ze alsjeblieft een selfie mogen maken. Robin (24) en Megan (23) zijn na de zonsverduistering de grootste attractie, niet hun vader.
Alle ogen zijn gericht op het oosten, waar de maan de zon nu bijna bedekt. André zet vast een eclipsbril op zijn voorhoofd en pakt de verrekijker waarmee hij straks protuberansen hoopt te zien, zonnevlammen die miljoenen kilometers de ruimte in slingeren. ‘Het is bijna zover’, legt hij uit aan de mensen in het gezelschap die voor het eerst een eclips zien. ‘Kijk, daar komt de diamanten ring.’ Aan de hemel staat een hoepel van licht met één felle punt, die schittert als – inderdaad – de diamant op een verlovingsring.
Als ook het laatste restje zonlicht achter de maan verdwijnt en de corona zich in zijn volle omvang laat zien, gaan aaaah’s en ooooh’s over het voetbalveld. ‘Je kunt nu je bril afzetten’, doceert André verder. Door zijn verrekijker ziet hij de corona en een grote rode zonnevlam. En Venus, Saturnus en zelfs Mercurius; de planeet die je normaal gesproken niet met het blote oog kunt zien. Twee minuten en 46 seconden duurt de totaliteit. Het is aardedonker, koud, doodstil. Aan het eind van het natuurtheater, glijden de eerste zonnestralen langs bergen door kraters op de maan. Een paar seconden later is het licht alweer zo sterk dat het elk detail overstraalt.
Na de eerste keer in Frankrijk, het Libische avontuur, de wolken in China en de eclips van de Faroër-eilanden die André vanuit een vliegtuig bekeek, is ook deze voledige zonsverduistering in Indonesië de reis meer dan waard, vindt André: ‘Het is een heel bizarre situatie. Minuten van tevoren al wordt het licht anders. Een beetje metaalachtig, alsof er iets met je hersenen aan de hand is. Schaduwen worden scherper en dan die spanningsopbouw bij de mensen. Heb ik mijn bril? Het fototoestel? Is alles klaar? En dan ineens een gat in de lucht, die zwarte bol met een stralenkrans eromheen. Fenomenaal. We weten allemaal dat we onderdeel zijn van een zonnestelsel, waarin manen rond planeten draaien en planeten rond de zon. Maar alleen bij een zonsverduistering zíé je het echt en dat is iets magisch.’
Zelf naar een eclips?
Nederland zag voor het laatst een totale zonsverduistering op 3 mei in het jaar 1715. De eerstvolgende is pas op 7 oktober 2135. Je moet dus op reis om de eclips van je bucketlist te krassen. Van 2015 tot en met 2024 zijn er acht totale zonsverduisteringen op de mooiste plekken in de wereld, van Zuid-Amerika en Australië tot... Antarctica. Wil je op 4 december 2021 getuige zijn van de eclips op het zevende continent? Er zijn nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar op de reis onder begeleiding van André Kuipers. Neem contact met ons op voor meer informatie.
Astronaut-verzamelaar
André Kuipers is een verzamelaar. Naast boeken, ruimtevaartmemorabilia en spullen van de rommelmarkt die hem doen denken aan zijn jeugd, spaart hij ‘kosmische ervaringen’; het astronautengevoel. Dat deed hij al ruim voordat hij in 1998 door de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA werd geselecteerd. Hij leerde vliegen, lag in een g-krachtencentrifuge en dook veel – duiken lijkt qua gevoel het meest op zweven. De kroon op zijn verzameling waren twee ruimtemissies, een korte in 2004 en ruim een half jaar in 2012. Je zou denken dat de verzameling daarmee compleet is, maar het tegendeel is waar. Nog altijd zoekt de Amsterdammer naar ervaringen die hem in hogere sferen brengen, terug naar het ruimtestation en daar voorbij.