India - Tussen maharadja en Mahatma
10-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- India
- Cultuur
- Architectuur
- Geschiedenis
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +5
“Als je dan toch in Rajasthan in India bent, ga dan zeker ook een lassi drinken.” Die woorden van een kennis galmen door mijn hoofd als ik samen met mijn gids Raj vanuit het Meranghar Fort afdaal naar de steegjes van de ‘blauwe stad’ Jodhpur. De eindeloze verscheidenheid aan kleuren springt meteen in het oog. Wat houden de Indiërs van kleuren: geen saaie grijze pakken, maar felle rode, gouden en groene tinten branden zich op mijn netvlies. Ik zet mijn zonnebril op en dring door naar het hart van Jodhpur.
Eekhoorntjes en roddelverhalen
De sfeer in de Indiase stad is er één van aangename drukte. Reeds bij de eerste blauwe huizen worden we verwelkomd door twee spelende eekhoorntjes (voor de kenners: Indische palmeekhoorns). Deze beestjes kom ik trouwens overal tegen tijdens mijn reis in Rajasthan, tot op het terras van mijn kamer. Onverschrokken stelen ze de vulling van mijn tuinstoelen om hun nesten te bouwen.
Enkele straten verder stoten we op een groep vrouwen die de stoep voor hun huizen met water aan het afspoelen zijn. Vreemd vind ik dat, in een periode van schaarste zo kwistig met water omgaan. Ook Raj weet niet meteen een antwoord te verzinnen, al bedenkt hij (misschien wel ter plekke) toch een verklaring: ze houden de voorkant van hun huizen schoon opdat hun mannen er blijven zitten keuvelen. Op die manier hebben de vrouwen het huis voor zichzelf en kunnen ze heerlijk roddelen over manlief.
Smullen in het Spice Paradise
In het centrum van Jodhpur komen we aan bij het Clock Tower Square. Talrijke marktkraampjes zorgen voor een onophoudelijke bedrijvigheid. En weer die kleuren en geuren, dit keer van de prachtige groenten, het rijpe fruit en de mysterieuze specerijen. Even proeven? Ik kijk al watertandend uit naar de traditionele maaltijd die Rekha, onze kok en specerijenkenner, voor ons gaat bereiden in zijn eettentje Spice Paradise.
Op de hoek bots ik haast tegen een suikerrietpers, een soort vooroorlogse machine waar een mannetje met een snor suikerriet doorhaalt. Ik zou wel eens willen proeven van het sap dat eruit sijpelt, maar dat raadt Raj me zonder aarzeling af: een lokale consument drinkt dit niet ongestraft, laat staan dat mijn westerse ingewanden het kunnen hebben. Toch maar liever een lassi dan, zo’n heerlijk verfrissende yoghurtdrank die goed is tegen – jawel – maag- en darmklachten…!