Ik breng een paar dagen door in Jack’s Camp, een rustige oase in het bijzondere Makgadikgadi Pans National Park in Botswana. In deze prachtige, luxe accommodatie kom ik helemaal tot rust – geen WIFI, dus de telefoon blijft de komende dagen lekker in de tas. Ontspannen ervaar ik de weldaad van het koele zwembad en geniet ik van het uitzicht. In eerste instantie is er weinig te zien maar als ik langer kijk, ontdek ik toch van alles. Gisteren regende het en fleurige bloeiers schieten uit de grond. Klein en groter wild zoekt een schaduwplek. Ondertussen geniet ik van een koel drankje.
Stokstaartjes
Vanuit deze meer dan comfortabele basis ontdek ik de omgeving. Vanmorgen bezocht ik de stokstaartjesfamilie en aanschouwde hun ochtendritueel. De guitige, actieve diertjes zijn op pad en trekken zich niets van mij aan.
Story time
Na mijn siësta ga ik op game drive. Een geluksvogel: dat ben ik! Tijdens mijn verblijf is gids/eigenaar Ralph Bousfield namelijk in het kamp aanwezig en hij gaat mee. Tijdens het diner gisteren heb ik al gemerkt dat deze man veel te vertellen heeft. Hij, vijfde generatie safarigids, is in dit gebied opgegroeid en heeft over alles wel iets te zeggen: flora, fauna, geologie, zijn museum, historie, cultuur, jeugdervaringen, belevenissen met gasten (zonder toenaam uiteraard)… Dit af en toe tot wanhoop van de staf als we weer eens te laat komen voor het eten vanwege Ralph’s spontane ideeën. Ik heb echter alle tijd en luister geboeid, want hij is een fantastische verteller.
Tijdens de game drive spotten we in het uitgestrekte landschap onder anderen zebra’s en gnoes. Rondcirkelende gieren wijzen op een verse prooi. Gauw naar de plek des onheils; het karkas vinden we en volop gieren. De veroorzakers, leeuwen, zijn er helaas vandoor. Ja, ook dat hoort bij het (niet) spotten van wild tijdens een safari.
Letterlijk en figuurlijk groot: Chapman’s Baobab
Ineens stopt de auto en Ralph vraagt ons uit te stappen. We lopen naar een boom: het is Chapman’s Baobab. Deze gigantische reus stond eeuwenlang fier rechtop, maar is begin 2016 omgevallen. Ondanks, of misschien wel dankzij, het feit dat hij op de grond ligt, dringt de letterlijke grootheid van de boom tot mij door. Ik herinner me dat ik het bericht over de val gelezen heb, maar eerlijk gezegd zei het mij weinig. Ik kom er al snel achter dat Ralph daarin verandering brengt.
Vol passie begint hij te vertellen over deze bijzondere plek en haar historie. De functie als oriëntatiepunt en ‘postkantoor’, beroemde ontdekkingsreizigers die passeerden en hun namen in de bast kerfden, flora en fauna die van de boom afhankelijk zijn. Er gaat een wereld voor mij open en ook de figuurlijke grootheid van de boom wordt mij duidelijk. Met terugwerkende kracht realiseer ik mij: “Chapman’s Baobab is omgevallen!”