Een rondreis in het spoor van Paulus biedt vele hoogtepunten. Een daarvan is de Griekse stad Efeze. Als ergens de resten van de Grieks-Romeinse beschaving nog zichtbaar zijn, dan is het hier. Wandelend door de stad waan je je in de oude wereld en kun je je verplaatsen in de verwondering van Paulus.
Toen Paulus in de late zomer van 52 door de Magnesische Poort aan de oostzijde Efeze binnenwandelde zag hij een dynamische stad, die nog niet zijn fraaiste architectonische vorm had gekregen. Enkele monumentale bouwwerken, zoals de tempel van keizer Domitianus (81-96) en de beroemde bibliotheek van Celsus uit de tijd van Hadrianus (117-138), de blikvangers voor de huidige bezoekers, waren er nog niet. Maar het gangbare stratenplan van een Grieks-hellenistische stad die een Romeinse omvorming en uitbreiding had ondergaan, was overal zichtbaar. De beide agora’s waren de vaste ijkpunten in de stad. Door een fraai geplaveide en met beelden versierde straat waren ze met elkaar verbonden.
Staatsagora
Een paar minuten lopen van de poort was de grote ‘staatsagora’ aangelegd, al meer dan driehonderd jaar het religieuze en politieke centrum van de stad. Onder Lysimachus was men met de bouw ervan begonnen, de Romeinen hadden de plaats gemoderniseerd en verder uitgebreid, zodat er een groot plein van 160 bij 58 meter was ontstaan. Daar stond de oudste tempel voor de keizerlijke eredienst, in opdracht van keizer Augustus gebouwd als eerbetoon voor de godin Roma en de vergoddelijkte Julius Caesar. Het plein was omzoomd met enkele grote gebouwen, zoals een basilica, een nymphaeum (een waterreservoir van waaruit de bovenstad van water werd voorzien), en een zuilengang. Twee bouwwerken symboliseerden de politieke betekenis van de agora. Allereerst het bouleuterium (raadsgebouw). De sporen die nu te zien zijn dateren uit het midden van de tweede eeuw, maar een eeuw eerder functioneerde een oudere versie al als de plaats waar de stadsraad vergaderde en waar geregeld toneel- en dansvoorstellingen werden gehouden. Daarnaast stond het prytaneum, het echte politieke hart van de stad. Keizer Augustus had de aanzet tot de bouw gegeven, en sindsdien was het herhaaldelijk uitgebreid en aangepast. Hier werd permanent een vuur voor Hestia, de godin van de haard, brandend gehouden, maar het was ook de plaats waar de hoogste stadsmagistraat zijn gasten ontving en staatsbanketten organiseerde.
Paulus’ werkterrein
Vanaf de agora liep een mooi geplaveide straat dwars door de stad naar beneden, naar de commerciële agora. Aan de zijkanten van de straat waren overdekte paden voor voetgangers, en op vaste afstand van elkaar stonden monumenten van beroemde Romeinen die iets voor Efeze betekend hadden. Vermoedelijk waren hier ook winkels, met daarachter aan de zuidwestzijde privé-huizen, villa’s en flatgebouwen. Ze lagen tegen de helling aangeplakt, gescheiden door smalle straatjes. De hoofdstraat liep verder naar de handelsagora, een groot plein dat geheel omgeven was met brede zuilengangen, met daarachter talrijke winkels. Aan de westkant van het plein gaf een poort toegang tot de straat naar de haven. Niet ver van het plein was ook het grote theater, in Griekse stijl gebouwd en door de Romeinen herhaaldelijk verfraaid en uitgebreid. Het bood plaats aan meer dan eenentwintigduizend toeschouwers.
Dit Efeze werd voor meer dan twee jaar het werkterrein van Paulus. We zouden natuurlijk graag weten waar hij al die tijd heeft gewoond, maar sporen van de apostel ontbreken. Vermoedelijk heeft hij zich vooral in de omgeving van de havens, het theater en het grote marktplein opgehouden. Misschien ook bij de grote tempel van Artemis, even buiten de stad. Daar hadden hij en zijn medestanders de meeste kans inwoners van de stad te bekeren, maar tegelijk was het gevaar dat ze daar zouden stuiten op fel verzet van fanatieke aanhangers van de Artemiscultus het grootst
Schokreactie
Het heiligdom van Artemis heeft bij Paulus ongetwijfeld een schokreactie teweeggebracht. Dat de architecten zo’n schitterend bouwwerk hadden neergezet voor de verering van de godin moet hem ernstig hebben verontrust. De Tempel in Jeruzalem was voor hem tot dan toe onbetwistbaar het toppunt van architectonisch vernuft. Geen heiligdom kwam er ook maar bij in de buurt, zelfs het Parthenon op de Akropolis van Athene niet. Nu zag hij dat de Grieken voor hun godin Artemis een godshuis hadden gebouwd dat veel groter en indrukwekkender was dan de tempel voor de godin Athene en qua schoonheid het enorme bouwwerk van Herodes naar de kroon stak. Paulus heeft zijn bewondering onderdrukt. De pracht en praal van het Artemisium zullen hem alleen maar hebben gesterkt in zijn voornemen de Griekse afgoden te vervangen door de ene ware God. Tegelijk realiseerde hij zich dat als de Grieken de godin Artemis zo’n heiligdom waard achtten, het geloof in die godin wel heel diepgeworteld was en het hem moeite zou kosten de inwoners op andere gedachten te brengen.
Eén zuil
De plaats waar de tempel ooit glorieus oprees is inmiddels niet meer dan een moerassige vlakte met zo weinig zichtbare restanten dat het in de negentiende eeuw archeologen de grootste moeite heeft gekost om de plaats van het heiligdom bloot te leggen. Uit de brokstukken hebben ze slechts één zuil kunnen reconstrueren. De rest is verdwenen, geroofd en hergebruikt in de bouwwerken van latere machthebbers. We zullen die eenzame zuil ook zien, een trieste getuige van een religie die verdween.