Eenmaal op de plek van de morning walk stappen we over in de safarijeep waarmee we op pad gaan. De rangers stellen zich voor (toevallig heten ze allebei Carlos) en we stellen ons voor aan de drie andere deelnemers. Een select gezelschap dus. De rangers bepalen elke dag zelf waar ze stoppen om te wandelen. Gedurende de nacht verplaatsen veel dieren zich, dus de informatie van gisteren is niet meer zo nauwkeurig. Kort wordt het programma doorgenomen en vervolgens beginnen we te rijden. We zien al gauw gnoes, maar wat nog veel indrukwekkender is, is dat de zon begint door te komen. De oranjegloed die zich over de savanne uitstrekt is precies zoals ik het me had voorgesteld. Mijn zoon Lars is al druk bezig met het maken van foto’s, terwijl ik rustig toekijk.
Voor zover ik het me herinner, stoppen we na ongeveer een half uurtje rijden. De rangers hebben een aantal buffels gezien, een mooi punt om onze morning walk te beginnen. We verlaten de jeep en krijgen instructies door. Niet praten! Wanneer we iets willen aangeven mag je fluiten of met je handen knippen. De rangers laden hun wapen, al hopen we allemaal dat ze deze niet hoeven te gebruiken. Gelukkig zijn ze zelden nodig. Carlos (die ene) vertelt ons op luchtige wijze dat rennen geen optie is; “only food runs”. Mochten we in de problemen komen dan gaan we bij elkaar staan en maken veel herrie, zo lijken we groot. We blijven staan, om aan te geven dat we niet bang zijn (ook al zouden we dat zeker wel zijn, maar de dieren gebruiken vaak schijnaanvallen).
Dan zetten we voorzichtig onze eerste stappen. Zelden was lopen zo spannend. Al snel vinden we een flinke hoop mest. Carlos (die andere) vraagt ons te raden van welk dier dit is. En het goede antwoord wordt gegeven; buffel. Dan checkt hij of het vers is, door met zijn wijsvinger in de mest te duwen en vervolgens zijn middelvinger in zijn mond te stoppen. Iedereen is in schok! Om er pas later lachend achter te komen dat deze Carlos vingervlug blijkt te zijn. Een goede ijsbreker.
We lopen in de richting van de buffels en de rangers leggen uit dat ze een open approach gebruiken. Buffels worden niet graag verrast en daarom benaderen we ze van voren, zonder beschutting van bomen of bosjes. Hoe dichterbij we komen, hoe spannender ik het vind. De buffels krijgen ons door en staan allemaal op. Dit is het teken voor ons om te stoppen. Dichterbij gaan we niet, al zijn we daar allemaal niet rouwig om. Ik schat dat er ongeveer honderd meter afstand is. Zo lopend, vanaf de grond lijken buffels een stuk groter dan vanuit de jeep of op Nat Geo Wild. Na een tijdje zijn de buffels gerust, wij zijn geen gevaar, en ze gaan weer rustig liggen.
We lopen verder richting het water, het is een droge tijd dus veel dieren zullen zich rond het water begeven. Dan, heeeeeel ver in de verte, zien de rangers leeuwen. Gelukkig niet te dichtbij. Hoe ze dit met hun blote oog zien is ongelofelijk. Ik pak mijn verrekijker en inderdaad, een aantal jonge leeuwen. Ze hebben zelfs een prooi, al is deze zelfs door mijn verrekijker nog moeilijk te zien. Lars maakt een foto en zoomt vervolgens nog verder in, en inderdaad, een gnoe.