Strandvakantie Zighy Bay - Six Senses
Pakketreis- Oman
- Cultuur
- Zon
- Culinair
- Strand
- Pakketreis
- met partner
- met gezin (kinderen <12 jaar)
- +8
Het klamme zweet stond in mijn handen. Ik voelde mijn oren ploppen. Langzaam klommen we hoger en hoger. Gelukkig wist mijn gids, die ook meteen mijn privéchauffeur was, wat hij deed. Tenminste, dat prentte ik mezelf in. Hij kwam hier immers elke week om met reizigers zoals ik het prachtige berglandschap van Oman te bezoeken. Voorzichtig keek ik naar rechts. De dorpjes in het dal werden speldenprikjes naarmate de Toyota Landcruiser het hooggebergte bedwong. Er was geen vangrail en ook geen asfalt. Dit was een Off Road Highway dwars door de bergen van Oman. We hobbelden hoger en hoger. Heel in de verte, diep onder me, zag ik de weg kronkelen die we zojuist hadden afgelegd.
Ik durfde niet naar boven te kijken. Daar was de weg die we nog moesten rijden. Deze zou tot zo’n 2200 meter hoogte gaan. “Are you scared?”, vroeg mijn gids. “A little”, gaf ik toe. “This is where the fun starts”, lachte mijn gids. Ik was er niet helemaal van overtuigd of ik het ook echt ‘fun’ vond. Deze weg kon zo als locatie dienen voor de serie “De gevaarlijkste wegen van de wereld”.
Toegegeven, het landschap was spectaculair. De bergen had ik wel op foto’s voorbij zien komen, maar als je er dan zelf middenin zit is het vele malen indrukwekkender. Bergen met enorme pieken, diepe dalen en canyons. Alle kleuren geel zag ik voorbij komen langs de bergwanden waar de tand des tijds stukken had uitgeslepen. De lucht was strakblauw, de buitentemperatuur was boven de 30 graden. Die zakte overigens wel met elke 100 meter die we klommen. Hoe hoger, hoe kouder. Hoewel koud niet direct geassocieerd kan worden met het doorgaans droge, hete Oman. Het was april en de laatste maand dat Oman goed te bezoeken is voordat de hete zomer aanbreekt.
Een dag eerder was ik aangekomen met de avondvlucht in de hoofdstad Muscat. Het was al donker, waardoor ik pas vanmorgen bij het ochtendgloren echt besefte ik dat ik in Oman was. De gids, die ook meteen mijn chauffeur was, heette Abdullah en stond me deze ochtend grijnzend op te wachten naast een spierwit glimmende Toyota Landcruiser. Abdullah droeg een traditionele dishdasha, de lange witte jurk waar alle mannen in Oman zich in hullen. Op zijn hoofd rustte een kumah, het traditionele geborduurde hoedje. De komende dagen zou ik met hem het binnenland verkennen. Ik was in goede handen, want Abdullah werkte al meer dan 20 jaar als gids en was ook nog eens beroepsfotograaf. De fotoboeken en ansichtkaarten die je in Oman vindt, zijn bijna allemaal van zijn hand. Hij was er trots op en schroomde dan ook niet overal waar we kwamen zijn ansichtkaarten aan te wijzen. Aangezien ik zelf ook graag fotografeer, hadden we meteen gespreksstof. Vanuit Muscat ging de rit eerst over een geasfalteerde weg door laagvlakte met links en rechts typische Omaanse dorpjes. Het landschap veranderde plotseling en we reden de bergen in. Dat was ook waar het asfalt ophield. Off road heet dat. En daar reden we nu.
Ik besloot te ontspannen en leunde achterover. Meer kon ik niet doen. Ik was hier nu, in dit schitterende land met deze majestueuze bergen. Het land van 1001 nacht. Een sprookje. Genieten zou ik. Ik merkte dat de hoogte langzaam begon te wennen. De spannendste momenten waren als er een tegenligger aan kwam. Gelukkig waren de automobilisten eraan gewend en maakten op de meest smalle stukken plaats voor elkaar. Veel auto’s kwamen we overigens niet tegen. De auto’s die er reden waren van de Omani’s zelf. Een paar keer werden we gepasseerd door een schoolbusje. Abdullah vertelde dat alle kinderen in Oman naar school gaan en ook allemaal door schoolbusjes worden gebracht en gehaald, al wonen ze nog zo afgelegen. Dit was allemaal door Sultan Qaboos geregeld. Geen wonder dat de Omani’s hun leider zo liefhebben. Hij heeft het land sinds de jaren zeventig hervormd tot een goed georganiseerde maatschappij, waar, in tegen stelling tot veel buurlanden, ook vrouwen belangrijke posities bekleden. De Omani’s zijn trots op hun land en op hun Sultan. Ze vinden het prachtig om het te delen met de toeristen die hun land bezoeken. De term massatoerisme is gelukkig nog niet van toepassing op Oman. Hopelijk blijft dat zo.
We reden verder. Overal stonden berggeitjes op de rotsen langs de weg te balanceren boven de afgrond. Hier hield de wereld op. Na ongeveer een uur bergopwaarts hobbelen kwam het moment dat ik zelfs de auto uit durfde bij een relatief veilig uitziende stopplek om een foto te maken van het schitterende landschap. Er was een soort uitsparing naast de weg, de Omaanse P+R zeg maar. Nog steeds geen vangrail, maar ik kon ver genoeg van de afgrond staan om me veilig te voelen. In het dal zag ik tussen alle kloven en majestueuze bergen een wit stadje liggen, omringd door palmbomen van de mooiste kleur groen. Terrasvormige dadelplantages lagen links van het stadje. Een prachtig gezicht. Wauw. Wat was ik blij dat ik mijn hoogtevrees opzij durfde te zetten om dit te bekijken.
De rit ging verder richting de top van de berg. De weg werd steeds slechter en het uitzicht steeds mooier. Zonder 4WD redde je het hier niet, dat was zeker. Door het gehobbel voelde ik mijn volle blaas extra goed. Geen idee hoe ver we nog van een fatsoenlijk toilet verwijderd waren. Ik deed een voorzichtige poging om te informeren hoe lang we nog moesten rijden voor een toilet. Abdullah begon te lachen. “It is up to you”, was het antwoord, gevolgd door nog een schaterlach. Ik begreep niet meteen wat hij bedoelde, zo grappig was het toch niet. “It depends if you want to enjoy a scenic toilet stop, otherwise another 2 hours for the next toilet”. Dat was het natuurlijk, ik kon ergens in de bergen plassen, anders was het nog 2 uur met een volle blaas door hobbelen. Dat laatste was wat mij betrof geen optie. Ergens achter een rots bij een struikgewas vond ik een rustige plekje voor mijn hoge nood. Mijn gids had de auto discreet een stuk verderop geparkeerd. De enige toeschouwers waren twee geiten die nieuwsgierig naar me toe sjokten. Het maakte me niet meer uit, ik vond het inmiddels allemaal prima. Opgelucht liep ik terug naar de auto.
We bereikten de top van het gebergte, waar we natuurlijk stopten om nog meer foto’s te maken. Wat was het hier waanzinnig mooi! De weg was aan de andere kant van de berg weer geasfalteerd en we reden over een prachtige weg dieper het binnenland in. We stopten onderweg voor een heerlijk lokale lunch in een piepklein restaurantje. Hier hadden de mensen nog niet vaak toeristen over de vloer gehad. Het keukenpersoneel wilde allemaal met me op de foto, het leek wel de omgekeerde wereld.
Halverwege de middag reden we in de richting van ons hotel voor de nacht. Het hotel heette The View, dus de verwachtingen waren hooggespannen. Na een laatste steile off road klim kwamen we aan. We werden ontvangen met thee en dadels, de specialiteit van Oman. Ik heb in alle reizen die ik heb mogen maken veel mooie uitzichten gezien, maar deze komt wel in mijn persoonlijke top 10. Hoog op de berg liggen de cabins van The View met een spectaculair uitzicht over het dal. Het zwembad was een zogenaamde infinity pool. Snel legde ik mijn spullen in mijn kamer, pakte mijn boek en nestelde me bij het zwembad. Ook hier was het weer heerlijk rustig. Ik kon nog net even de laatste stralen zon pakken voor deze achter de toppen van de bergen verdween. Dit was genieten. Het was laat in de middag, maar de zon brandde nog. Ik dook in het verkoelende water en zwom naar de rand van het bad. Het uitzicht was spectaculair, het leek net of ik regelrecht een Screen Saver in zwom. Een geluksgevoel maakt zich van mij meester. Wàt een geweldige eerste dag in Oman.
Ik stel graag een persoonlijke reis op maat voor u samen, geheel gebaseerd op uw reiswensen. Neem gerust contact met mij op.