Na een tijdje tikt Andres me aan en zegt “hier moeten we eruit om over te stappen”. De metro stroomt leeg en Andres loopt met grote stappen het perron over richting de trap. Het lukt me nog maar net om hem bij te houden en ik ben dan ook blij als we in de volgende metro zitten. We stappen uit bij het eindstation van de lijn waar ik een kabelbaan zie. Andres vertelt me dat deze kabelbaan uitzicht geeft over de sloppenwijken. Ik kijk hem vragend aan. Het eerste wat in me opkomt is dat dit veel weg heeft van een foute, toeristische attractie. Ik weet niet goed of ik er wel in wil stappen. Gek genoeg zie ik niemand in de rij staan die iets weg heeft van een toerist. Andres ziet mijn aarzeling en trekt me mee de cabine in. Tijdens de rit vertelt hij mij dat deze kabelbaan een gratis vervoersmiddel is, speciaal gemaakt voor de mensen die in de sloppenwijken wonen. Met deze kabelbaan kunnen de inwoners van de sloppenwijk gemakkelijk de stad bereiken. Zoals in veel Zuid-Amerikaanse steden worden sloppenwijken tegen berghellingen gebouwd, omdat deze grond onaantrekkelijk is voor een stad om te gebruiken. De inwoners van deze sloppenwijk doen er zo’n drie uur over om te voet de stad te bereiken en nog langer om (bergop) weer terug naar huis te gaan. Ik kijk naar beneden en zie een wirwar van smalle straatjes waar geen enkele auto of bus kan rijden. “Als ik het goed zie, lijkt de wandeling door de wijk meer weg te hebben van een intensieve trail” zeg ik tegen Andres. Hij knikt: “Dat is precies waarom de regering van de stad besloten heeft deze constructie te maken”. Andres vertelt me dat de stad de laatste jaren erg in ontwikkeling is en er diverse projecten zijn opgestart om de leefomgeving voor de arme inwoners van de stad te verbeteren. Zo wordt er een hele nieuwe wijk gebouwd waar inwoners van de sloppenwijken naartoe kunnen verhuizen. Andres wijst naar een plek achter een heuvel. Bij het eindstation stappen we uit en worden we getrakteerd op een geweldig uitzicht over de stad. “Kijk!”, zegt Andres en hij wijst naar een plek helemaal aan de andere kant van de stad, “Daar gaan wij zo naartoe”.
Na diverse taxiritten door de stad komen we aan in Comuna 13, waar ik ineens voor een roltrap sta. Een zeer aparte ervaring om diverse roltrappen te zien in een sloppenwijk. Ook hier gaan we naar boven en wandelen we door de wijk. Door de muren van de huizen die zijn beschilderd met kleurrijke schilderingen heeft het iets weg van een gezellig Zuid-Amerikaans dorpje. Het is een levendige boel op straat met spelende kinderen en uit diverse huizen klinken de vrolijke klanken van salsa muziek. Andres vraagt me: “Heb je zin in een ijsje?”. “Ja, dat lijkt me heerlijk!”, antwoord ik. Hij trekt me mee een huis in. Een vrolijke mevrouw verwelkomt me met een brede glimlach en stopt een ijsje in mijn hand. “Het is een mango ijsje met limoen en zout, een van de lokale specialiteiten”, legt Andres uit. Genietend van het ijsje wandelen we verder omhoog en gaan even zitten op een bankje. Ons gesprek komt al snel op Pablo Escobar, de drugsbaron die Medellín meer dan twintig jaar geleden tot één van de gevaarlijkste steden ter wereld heeft gemaakt. Een onvermijdelijk onderwerp. Andres is zelf pas 26 jaar en heeft deze periode dus niet bewust meegemaakt, maar zijn ouders hebben hem er veel over verteld. Comuna 13 was toen de gevaarlijkste zone van de stad. De wijk leidt direct naar de belangrijkste snelweg waardoor transport van drugs gemakkelijk was. In de jaren ‘80 en ‘90 werd de wijk beheerst door groepen die loyaal waren aan Pablo Escobar. Zo gaf hij kinderen in de wijk geld om politieagenten neer te schieten. Zoals wij hier nu rondlopen was in die tijd ondenkbaar. Ik kijk even om me heen en kan me nauwelijks voorstellen dat het hier zo gevaarlijk was. Naast mij staat een groepje vrouwen gezellig met elkaar te kletsen, verderop zie ik jongetjes op straat voetballen en de vrouw van het ijsje glimlacht naar me terwijl ze de was ophangt. Andres vertelt me dat sinds de dood van Pablo Escobar in 1993 het kartel uit elkaar is gevallen en Medellín een bijzondere transformatie heeft doorgemaakt. De stad, die bekend stond als cocaïnehoofdstad van de wereld, is nu een van de veiligste steden van Zuid-Amerika. Terwijl we weer terugwandelen wijst Andres me op een tour die meer informatie geeft over hoe het was in de tijd van Pablo Escobar. Je gaat daarbij onder andere naar zijn voormalige woning ‘Hacienda Napoles’. Dit is de woning waar Pablo een dierentuin had met giraffen, olifanten, leeuwen en nijlpaarden. Ook zijn gevangenis ‘La Cathedral’ is te bezoeken.