Het hart en de ziel van de Provence
8-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- Frankrijk
- Cultuur
- Kunst
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +4
In de zestiende eeuw was de boekdrukkunst nog maar nèt uitgevonden. De Honderdjarige Oorlog met de Engelsen was voorbij en Frankrijk was ‘zichzelf’ aan het worden. De Franse taal bleek een mooi vehikel voor het kweken van saamhorigheid. Het Latijn was heel lang dé taal geweest voor ambtenaren, monniken en schrijvers. Maar nu brak het Frans definitief door. Ook in de literatuur.
François Rabelais was een van de eerste romanschrijvers die zich uitleefden in het Frans. En ‘uitleven’ is een woord dat hem op het lijf geschreven was: alles aan Rabelais was avontuurlijk en overdadig. Hij was schrijver, arts, jurist, wetenschapper, (benedictijner) monnik, bewonderaar van Erasmus en dokter. Rabelais had forse kritiek op de kerk en de staat. En dat wist hij te verpakken in humoristische, burleske en soms ook zeer scabreuze verhalen.
Koning van het neologisme
Hij was naar Lyon getrokken om zijn werk te kunnen publiceren, in Parijs kon dat niet, daar was de censuur te sterk. In Lyon ontpopte Rabelais zich tot de koning van het neologisme. Hij publiceerde er in 1532 (onder een pseudoniem) zijn boek Pantagruel, het eerste uit een serie van vijf. Met die boeken creëerde hij een totaal nieuwe ‘wereld van Franse woorden’. Rabelais was een groot talenkenner, hij plukte allerlei woorden uit het latijn, grieks, italiaans of hebreeuws en maakte daar Franse woorden van. Zo introduceerde hij woorden zoals célèbre, patriotique, génie, automate, gymnaste, horaire. Daarnaast was hij dol op anagrammen, kalligrammen, woordgrappen en taalspelleltjes. Hij kreeg het voor elkaar om meer dan 200 adjectieven te verzinnen voor ‘fol’ (gek).
Hij was tevens een meester in bijnamen. Lyon noemde hij Myrelangue la brumeuse, de mistige stad van de duizend talen. Het is waarschijnlijk bedoeld als een vriendelijke knipoog naar de plek waar hij de kans kreeg zijn boeken te publiceren: een stad waar hij gewoon kon zeggen wat hij wilde, maar óók een stad waar geheimen goed verborgen bleven. Veilig in de mist, uit het zicht van de censuur.